Een verhaal uit 2006.
Iedere dag daal ik verder af in het konijnenhol. In 2006 zag ik nog niet wat ik nu zie.
Ik besef nu hoe dicht ik bij de waarheid zat… er is hoop…
Dit verhaal begon als een grap maar gaandeweg zag ik de diepere betekenis en de diepere waarheid in de lagen en lagen van het zich al eeuwig herhalend systeem.
Zodra je nog maar net je intrede hebt gedaan in deze wereld schrijven je ouders je in bij de burgerlijke stand, waardoor je iedere nieuwe incarnatie weer door hetzelfde opvoedings- en educatiesysteem gaat.
Tja, dan verandert er niet veel.
Het Hiernogmaals
Eén van mijn grootste angsten is dat de regelgeving door gaat slaan naar het hiernamaals, zodat, als ik dan toch uiteindelijk bezwijk aan mijn nachtelijk gepieker, ik bij de toegang tot het hemels paradijs wordt opgewacht door de ambtenaar van de belastingdienst, die mij net even voor was en mij dan vervolgens vraagt naar mijn sofi-nummer.
In zijn computer komt dan mijn hele aardse geschiedenis tevoorschijn en ik weet het, die liegt er niet om.
Als ik al niet dood was dan zou ik weer gaan roken, maar ja, roken is dodelijk staat er volgens de regels op het pakje, dus dat heeft ook weinig zin.
Mijn belastinggeschiedenis, mijn boetes, mijn onbetaalde rekeningen, mijn gesjoemel en gedraai, mijn rechtszaken, kortom, alles maar dan ook alles zal dan uitkomen en de rekening zal opgemaakt worden. Ik zal in het reine moeten komen met mijn administratieve geweten.
Ik zal mij tot het uiterste verdedigen, maar volgens de regels moet ik mij aan de regels houden.
Ik zal zeggen dat ik deze regels niet verzonnen heb en dat ik, als ik het voor het zeggen had gehad, toch voor een andere samenleving had gekozen. Maar daar zal de ambtenaar dan niets mee kunnen.
“In naam der Koningin, dit is een dwangbevel! U wordt veroordeeld tot uitsluiting van het hemels paradijs. Mag ik uw paspoort alstublieft!”
Het schiet mij opeens te binnen, ja, daar lag ik over te piekeren voor ik naar het hiernamaals vertrok. Ik heb mijn paspoort laten verlopen. Het zweet staat op mijn voorhoofd, ik ben door het oog van de naald gekropen…
“Ik besta niet!” juicht het in mij.
De ambtenaar doet nog een poging om mij te grijpen met zijn moordlustige handen, maar hij mist. Langzaam lost hij op, totdat hij niets meer is dan een krachteloos hoopje om uiteindelijk volledig te verdwijnen.
De druk rond mijn nek wordt minder en ik durf voor het eerst sinds ik hier ben om mij heen te kijken. Tot mijn verbazing is het erg druk. Ik zie psychiaters, artsen, politieagenten, rechters, notarissen, politici, ja, eigenlijk alle vertegenwoordigers van
onze aardse samenleving, een soort van beroepsmensen die er jaren voor gestudeerd hebben. Ze doen verwoede pogingen om hun regelgeving en overtuigingen door te voeren tot in het oneindige, ja, zelfs tot in de eeuwigheid. Ze zijn zo druk met elkaar in gesprek dat ze mij gelukkig niet opmerken.
“Het moet gewoon geregeld worden”, hoor ik de psychiater zeggen. “Zoals het voorheen ging, zo kan het gewoon niet meer. Ik heb al mijn expertise van de aarde meegenomen en ik ben er heilig van overtuigd dat er hier het een en ander geregeld dient te worden. Onze posities kunnen hier mooi van pas komen”.
“Ja, het moet gezegd worden”, sprak de rechter, “als wij niets doen, dan wordt het hier dadelijk net zo’n zooitje als op de aarde”.
“Zeker”, mengde de politieagent zich in het gesprek, “kijk om je heen, wat een rust, wat een vrede. We kunnen deze sereniteit toch niet laten verpesten door dat zooitje ongeregeld wat van de aarde komt! Nee, het moge duidelijk zijn, daar moeten wij een stokje voor steken”.
Op mijn plekje, gehuld in blauwe nevelen hoor ik deze gesprekken aan en denk……
Yria Meijer
Dit is op Yria Meijer herblogd.
LikeLike