Videofragment uit “Anna, de illusionist en de goochelaar”, voorgelezen door Yria Meijer. Muziek en opname: Frans van Wingerden.
Tijd…
Onbeweeglijk stil blijf ik liggen in mijn behaaglijke holletje onder het met dromerige bloemen bezaaide dekbed. Het getik van de wekker op het nachtkastje probeert me er op te wijzen dat de lineaire tijd onverbiddelijk en dwingend doorgaat. De sfeer van de afgelopen nacht hangt nog om me heen als een zachte engelachtige energie uit een andere dimensie. Mijn blik dwaalt onderzoekend door de kamer alsof ik deze voor het eerst zie, daarbij de wijzers van de klok bewust ontwijkend.
Alles is relatief, denk ik verrast, dus ook tijd. Tijd bestaat eigenlijk helemaal niet! weet ik verbaasd. De tikken van de wekker zijn een mechanisch systeem waardoor ik (de kleine mens) mijzelf in een structuur laat dwingen zodat ik niet kan groeien. Woow, we laten ons dus regeren door de klok! denk ik opgewonden.
Hoe makkelijk is het om de kleine mensen in het gareel te houden. Je komt in ieder geval op tijd op school of je werk, betaalt op tijd de belasting, je hoeft alleen maar op de klok te kijken en alles loopt gesmeerd! denk ik geamuseerd.
En als je niet meedoet val je buiten de boot en word je bestraft. Welke duivelse geest heeft dit systeem eigenlijk bedacht en waarom? vraag ik me af…
Slavernij, dat is het! We hebben ons laten leiden in slavernij! Je hebt op deze wijze geen ruimte om jezelf te ervaren, laat staan te ontdekken wie je nu eigenlijk in wezen bent.
Want de tijd draait onafgebroken altijd maar door en geeft geen opening voor zelfreflectie op de momenten dat jij daar behoefte aan hebt. Zou er rek tussen de minuten zitten wanneer ik mij onttrek aan de dwang van het getik? vraag ik mij af.
Een hels kabaal onderbreekt plotseling mijn beschouwingen en ik besef dat het nog niet zo eenvoudig is om uit deze hypnotische staat te stappen.
Maar ik ben in ieder geval onderweg, bedenk ik me dankbaar en bedank het universum zachtjes voor deze opening in tijd.
‘Arianne, er is koffie,’ roept Arthur van onderaan de trap. ‘Elise zal zo wel hier zijn.’
Met een schok dringt de harde realiteit zich aan mij op. De rechtszaak.
De klok laat ons dingen moeten. Schoon uitvinding! Slecht gebruik.
LikeLike